Informatie inzake duurzaamheidsaspecten

1. Inleiding

SynVest Fund Management B.V. (SynVest) streeft ernaar om bij te dragen aan een goede financiële toekomst van haar beleggers. Als beheerder van verschillende alternatieve beleggingsinstellingen (hierna tezamen genoemd, de Fondsen) is onze organisatie erop gericht om het aan ons toevertrouwde vermogen te beheren en in waarde te laten toenemen.

Participanten in onze Fondsen mogen erop vertrouwen dat wij handelen in hun belang en dat wij redelijke afwegingen maken tussen de verschillende belangen van de verscheidene stakeholders, zoals de investeerders in de Fondsen, huurders van vastgoed en andere belanghebbenden. Wij geloven dat het daarbij in het belang van onze beleggers is om rekening te houden met de duurzaamheidsrisico’s en dat dit belang in de toekomst zal toenemen. De wijze waarop wij duurzaamheidsrisico’s in onze bedrijfsvoering integreren, wordt hierna verder toegelicht. In het beleggingsbeleid van onze Fondsen, spelen duurzaamheidsaspecten verder geen specifieke rol.

2. Wettelijk kader transparantie duurzaamheidsbeleid

Op 10 maart 2021 is de Europese verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële dienstensector (Sustainable Finance Disclosure Regulation, SFDR) in werking getreden. Op grond van de SFDR moeten beheerders van beleggingsinstellingen zoals SynVest u via hun website informeren over de wijze waarop zij duurzaamheidsrisico’s integreren in hun beleggingsbeslissingsprocedure en de manier waarop zij ongunstige effecten op de duurzaamheid in aanmerking nemen in hun (beleggingsbeslissingen)procedures, en inlichten over de eventuele duurzaamheidskenmerken van de fondsen die zij aanbieden.

Op 1 januari 2022 is daarnaast de Europese verordening betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen (Taxonomie Verordening) in werking getreden. De Taxonomie Verordening beoogt dat bedrijven (waaronder beheerders van beleggingsinstellingen) aan de hand van voorgeschreven criteria bepalen of hun economische activiteiten kwalificeren als ecologisch duurzaam in de zin van de Taxonomie Verordening.

SynVest valt binnen de reikwijdte van deze duurzaamheidsregelgeving en dient zich derhalve te houden aan de eisen zoals opgenomen in de SFDR en de Taxonomie Verordening.

3. Definities

Onder ‘duurzaamheidsrisico’ verstaan een gebeurtenis of omstandigheid op ecologisch, sociaal of governance gebied die, indien ze zich voordoet, een werkelijk of mogelijk wezenlijk negatief effect op de waarde van de belegging kan veroorzaken.

Onder ‘duurzaamheidsfactoren’ wordt verstaan ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en van omkoping.

Een ‘duurzame belegging’ in de zin van de SFDR is een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan het bereiken van een milieudoelstelling, zoals gemeten aan de hand van bijvoorbeeld belangrijke hulpbronnenefficiëntie-indicatoren voor het gebruik van energie, hernieuwbare energie, grondstoffen, water en land, voor de productie van afval, en broeikasgasemissies, en voor het effect op de biodiversiteit en de circulaire economie, of een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan de verwezenlijking van een sociale doelstelling, met name een belegging die bijdraagt aan de aanpak van ongelijkheid, of die de sociale samenhang, de sociale integratie en de arbeidsverhoudingen bevordert, of een belegging in menselijk kapitaal of in economisch of sociaal achtergestelde gemeenschappen, mits deze beleggingen geen ernstige afbreuk doen aan die doelstellingen en de ondernemingen waarin is belegd praktijken op het gebied van goed bestuur volgen, met name wat betreft goede managementstructuren, betrekkingen met hun werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving.

4. Duurzaamheidsoverwegingen in het kader van de Fondsen

De Fondsen van SynVest hebben niet als doelstelling in het beleggingsbeleid om ecologische of sociale kenmerken of een combinatie van die kenmerken te promoten (zoals bedoeld in artikel 8 SFDR). Ook focust het beleggingsbeleid van geen van de Fondsen zich op investeringen die kwalificeren als ‘duurzame belegging’ in de zin van de SFDR (zoals bedoeld in artikel 9 SFDR).

De Fondsen van SynVest houden geen rekening met de EU-criteria voor ecologische duurzame economische activiteiten in de zin van de Taxonomie Verordening.

5. Integratie duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingenproces

SynVest erkent dat duurzaamheidsrisico’s een negatieve impact kunnen hebben op de waarde van de beleggingen van de Fondsen, hetgeen het mogelijk rendement van participanten kan beïnvloeden. Daarom houdt SynVest bij de uitvoering van het beleggingsbeslissingenbeleid van elk van de Fondsen rekening met duurzaamheidsrisico’s. Door duurzaamheidsrisico’s in haar beleggingsbeslissingenproces te betrekken, tracht SynVest deze negatieve impact zo goed als mogelijk te voorkomen of te beperken.

Het beoordelen van deze duurzaamheidsrisico’s speelt in de eerste plaats een rol ten aanzien van het vastgoed zelf. Duurzaam vastgoed is waarde-bestendiger en levert naar verwachting (op den duur) een hoger rendement op voor beleggers, huurders, milieu én maatschappij. Energiezuiniger vastgoed is beter verhuurbaar en couranter. Voor huurders is duurzaamheid eveneens een steeds belangrijker wordend thema waardoor zij ook hogere duurzaamheidseisen gaan stellen aan het vastgoed dat zij gebruiken. Het investeren in vastgoed dat niet aan de van tijd tot tijd geldende duurzaamheidsstandaarden in de markt voldoet, is daarmee dus een duurzaamheidsrisico dat SynVest in aanmerking zal nemen.

Overheden stellen bovendien steeds hogere duurzaamheidseisen aan vastgoed. Het energieverbruik van panden wordt onder andere inzichtelijk gemaakt door het Europese energielabel. Vanaf 2030 moeten kantoorpanden in Nederland bijvoorbeeld minimaal een A-Label hebben. Bovendien worden de normen waaraan het vastgoed moet voldoen om een A-Label te verkrijgen herzien en steeds hoger. Om het risico zoveel mogelijk te managen dat een vastgoedinvestering op enig moment niet meer aan de wettelijke eisen voldoet, is het dus noodzakelijk dat het vastgoed niet alleen bij aankoop voldoet aan de geldende normen, maar ook in de toekomst aan de wijzigende normen kan voldoen.

In het verlengde van het bovenstaande, onderscheidt SynVest twee momenten en processen waarin duurzaamheidsrisico’s een rol spelen. Dat zijn:

  • beslissingen omtrent acquisitie of verkoop van een vastgoedobject door één of meerdere Fondsen, waarbij aspecten een rol spelen zoals toegelicht in het bovenstaande;
  • beslissingen omtrent het beheer van het vastgoed in de portefeuille van de verschillende Fondsen, waarbij bijvoorbeeld de keuze kan worden gemaakt om een pand te renoveren om duurzaamheidsrisico’s te mitigeren.

Duurzaamheidsrisico’s worden als volgt betrokken in het beslisproces inzake een acquisitie of verkoop van het vastgoedobject:

  • In het geval van een potentiële acquisitie houdt de assetmanager bij de initiële beoordeling van een vastgoedobject als mogelijke belegging rekening met duurzaamheidsrisico’s zoals bijvoorbeeld het risico op overstroming of bekend achterstallig onderhoud, een te kleine hemelwaterafvoer of een (te) laag energie-label.
  • Indien wordt besloten dat een vastgoedobject mogelijk in de portefeuille past, dan vindt een uitgebreid due-diligence onderzoek plaats naar het vastgoedobject. Onderdeel van het due-diligence onderzoek is een inschatting van de te verwachten onderhoudskosten. Hierbij wordt rekening gehouden met duurzaamheidsaspecten zoals bijvoorbeeld in hoeverre het pand nu reeds voldoet en in de toekomst kan voldoen aan de (toekomstige) wettelijke eisen, maar bijvoorbeeld ook aan de eisen die de financierende bank zal stellen. Er wordt tevens rekening gehouden met verwachte kosten van onderhoud waarbij duurzaamheidsaspecten een rol spelen, zoals het vervangen van technische installaties. Er wordt dan in het due diligence rapport een weergave gegeven van de beoordeelde duurzaamheidsrisico’s.
  • Indien de assetmanager van mening is dat het vastgoedobject past binnen de portefeuille, dan wordt het voorstel tot acquisitie voorgelegd aan de beleggingscommissie. In het voorstel wordt uitvoerig aandacht besteed aan de diverse bevindingen waaronder de beoordeling van de duurzaamheidsrisico’s. De besluitvorming inzake de acquisitie vindt plaats in de beleggingscommissie. Deze betrekken de oordelen uit het due diligence rapport bij de afweging of wel of niet over wordt gegaan tot het doen van een investering.

Duurzaamheidsrisico’s worden als volgt betrokken in het beslissingsproces met betrekking tot het beheer van het vastgoed:

  • De directe duurzaamheidsrisico’s met betrekking tot het beheerde vastgoed zijn met name stormschade en gevolgen van extreme neerslag. De property manager heeft bij het doorlopend onderhoud oog voor deze risico’s en draagt er zorg voor dat de vastgoedobjecten zo goed als mogelijk tegen stormschade en extreme neerslag zijn beschermd.
  • Beslissingen omtrent het onderhoud/reparatie en verbetering van de vastgoedobjecten (mede als gevolg van de gemanifesteerde duurzaamheidsrisico’s) worden voorbereid door de property manager en voorgelegd aan de assetmanager. Bij grotere onderhoudsprojecten zullen verschillende opties worden voorgelegd aan de assetmanager. Bij verbeteringen/reparaties die invloed kunnen hebben op duurzaamheid van het vastgoedobject, wordt door de assetmanager een economische afweging gemaakt tussen de directe uitgaven en het effect op de waarde van het object. Beslissingen welke de duurzaamheid van het object verhogen, zullen doorgaans een positief effect hebben op de waarde. De assetmanager maakt een afweging tussen de uitgaven en de mogelijkheid deze uitgaven terug te verdienen in de huur en/of de toekomstige verkoopwaarde van het object en presenteert dit aan het bestuur van SynVest, die dit in overweging neemt en wel of niet besluit om over te gaan tot een dergelijke uitgave ten behoeve van het verbeteren en/of repareren van het object.

Verbetering van een vastgoedobject met betrekking tot duurzaamheid ter voorkoming van het zich (gemakkelijker) kunnen manifesteren van duurzaamheidsrisico’s ten aanzien van het vastgoedobject worden door de assetmanager beoordeelt en aan het bestuur van SynVest gepresenteerd. Het bestuur weegt de verschillende afwegingen af en besluit wel of niet over te gaan tot het uitvoeren van de verbetering.


6. Duurzaamheidsrisico’s en het beloningsbeleid

De wijze waarop medewerkers van SynVest rekenschap geven van de beheersing van duurzaamheidsrisico’s is een criterium voor de toekenning van beloning. Adequate beheersing van duurzaamheidsrisico’s kan mede grondslag geven aan de toekenning van beloningen, en omgekeerd kan een tekortkoming op dit vlak reden zijn om beloningen niet toe te kennen of terug te vorderen.

Een samenvatting van het beloningsbeleid is te vinden op https://synvest.nl/uploads/files/beloningsbeleid-171023.pdf

7. Ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking genomen

Op grond van artikel 4, sub 1, onder b SFDR moeten beheerders van beleggingsinstellingen in beginsel aangeven of zij de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang, de aard en de schaal van hun activiteiten en de soorten financiële producten die zij beschikbaar stellen (het zogenoemde “principle adverse impact (PAI) statement) of onderbouwd aangeven waarom zij dat niet doen. Ook dient SynVest toe te lichten of en wanneer zij voornemens is deze ongunstige effecten wel in aanmerking te nemen.

Vanuit een proportionaliteitsperspectief en op grond van de volgende overwegingen stelt SynVest geen PAI-statement op:

  • SynVest belegt in bestaand vastgoed. SynVest is doorgaans niet betrokken bij de (her)ontwikkeling van het vastgoed. SynVest heeft derhalve geen invloed op de mogelijke ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren als gevolg van de (her)ontwikkeling van het vastgoed waarin een of meerdere Fondsen belegt.
  • Het beleggingsbeleid van elk van de Fondsen is beschreven in de prospectussen van de betreffende Fondsen. Een dergelijk beleggingsbeleid is gericht op een optimale balans tussen risico en rendement. Het aansturen op het vermijden van de ongunstige effecten van de beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren is geen specifiek onderdeel van het beleggingsbeleid van elk van de Fondsen.
  • De informatie die noodzakelijk is om een PAI statement op te stellen is niet of in onvoldoende mate beschikbaar binnen SynVest.
  • SynVest heeft een relatief kleine organisatie. Hoewel SynVest veel kennis en ervaring op het gebied van vastgoed heeft, heeft zij onvoldoende kennis om de negatieve effecten van haar beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren te kunnen kwantificeren op een wijze die door de wetgever wordt beoogd. Het opstellen, onderhouden en naleven van een PAI statement zou een onevenredige belasting op de organisatie leggen.

Indien wijzigingen in wet- en regelgeving hiertoe aanleiding geven of participanten in een of meerdere Fondsen hierom collectief en expliciet verzoeken, dan zullen wij een PAI statement opstellen. Als zou worden besloten om rekening te houden met de negatieve duurzaamheidseffecten van beleggingsbeslissingen, zou SynVest jaarlijks een gedetailleerde verklaring opstellen overeenkomstig de eisen die hiervoor in de SFDR en de daarbij behoren gedelegeerde verordeningen zijn opgenomen.

 

Versie

Datum

1

5 maart 2021

2

17 oktober 2023

3

31 oktober 2023